1. Voor de opstelling van de winst-en-verliesrekening schrijven de lidstaten een of beide in de bijlagen V en VI vastgestelde indeling voor. Indien een lidstaat beide indelingen voorschrijft, kan de lidstaat de ondernemingen de keuze laten welke van de voorgeschreven indelingen te gebruiken.
2. In afwijking van artikel 4, lid 1, kunnen de lidstaten toestaan of voorschrijven dat alle ondernemingen of bepaalde categorieën van ondernemingen een overzicht van hun resultaten opstellen in plaats van een overeenkomstig de bijlagen V en VI vastgestelde indeling van winst-en-verliesrekening, op voorwaarde dat de verstrekte informatie ten minste gelijkwaardig is aan hetgeen anders op grond van de bijlagen V en VI vereist zou zijn.